Bosporusblues. Balkangroove met onweerstaanbare improvisaties. Parne Gadje vertrekt bij bestaande zigeunernummers of volksmuziek uit Servië, Macedonië en Griekenland en gaat halverwege over op buitengewoon originele en creatieve improvisaties. Deze improvisaties zijn niet gebouwd op westerse of blues-schema’s, maar op zigeunertoonladders, Griekse toonladders en een stevige, tranceverwekkende Balkangroove. Deze “witte gadjo’s” hebben de zigeunertaal geleerd, zijn daarginds kind aan huis en zetten gedichten op muziek van Servische Roma-dichters. Bovendien hebben ze geheel nieuwe instrumenten ontworpen, zoals een bas met fietsbandsnaren en zonder hals (de fietsbandbas) en een gitaar met ingebouwde sympatische snaren (de velofoon).