1972
Ton Scherpenzeel en Pim Koopman, beiden afkomstig uit High Tide Formation (met toetsenist Chiel van Praag), richten samen met Max Werner, Johan Slager (ex-Gallery) en Michel Marion (bas) Kayak op. De symfonische rockmuziek van met name de Britse band Yes vormt de inspiratie. Nog hetzelfde jaar wordt Marion vervangen door Cees van Leeuwen.
1973
De eerste single Lyrics haalt gelijk de Top 40 en de debuut-LP See See The Sun wordt ook goed ontvangen. De vermelde Yes-invloed is heel goed hoorbaar, maar Kayak is iets meer op sfeer en ingetogenheid gericht. Scherpenzeel en Koopman zijn de belangrijkste componisten. De tweede single Mammoth doet het nog een stukje beter en de band begint duidelijk naam te maken. Eind van het jaar verschijnt See See The Sun op single, maar dit wordt geen hit.
1974
Als de tweede langspeler Kayak in mei verschijnt, blijkt de groep al aardig gegroeid; de overmatige Yes-invloeden nemen af. Kayak begint zich ook meer als een albumgroep op te stellen. Aanvankelijk komt er geen single van de plaat uit. Pas in september verschijnt Wintertime, een bescheiden hitje.
1975
Cees van Leeuwen wordt vervangen door Bert Veldkamp (ex-Kangaroo). Van Leeuwen belandt in de advocatuur en specialiseert zich in muziekrecht. In het voorjaar verschijnt van de LP Kayak een tweede single, We Are Not Amused. Dit schijfje komt niet verder dan de tipparade. Aan het eind van het jaar verschijnt het album Royal Bed Bouncer, een voorlopig hoogtepunt in het oeuvre van de groep. De pers is enthousiast over de kwaliteit van de langspeler, wat tot opgeklopte verhalen leidt dat Kayak na Focus ook de wereld zal gaan veroveren. Het van de plaat afkomstige Chance For A Lifetime wordt weer een hitje.
1976
De door de pers geschapen verwachtingen blijken niet uit te komen, reden voor manager Frits Hirschland om flink ruzie te schoppen met platenmaatschappij EMI. Hij verwijt concern niet genoeg voor Kayak te doen. De band stapt over naar Vertigo, een label van Philips. The Last Encore wordt Kayaks meest geslaagde plaat. De twee van deze langspeler getrokken singles, Still My Heart Cries For You en Do You Care, doen weinig, maar het album verkoopt goed. Pim Koopman verlaat de band en wordt producer bij EMI; daarnaast richt hij de formatie Diesel op. Zijn vervanger is Charles Schouten. Ook Bert Veldkamp houdt het voor gezien. Hij wordt opgevolgd door Theo de Jong.
1977
Aan het begin van het jaar doet de groep in het voorprogramma van de Jan Akkerman/Kaz Lux Band een aantal optredens in Engeland. Dit brengt niet het verwachte succes, mede doordat de tour voortijdig wordt afgebroken. De aan de gelijknamige LP voorafgaande single Starlight Dancer doet het weer ouderwets goed in de Top 40.
1978
Starlight Dancer verdeelt de muziekpers. Een deel vindt het geluid te commercieel. De verkoop aantallen zijn echter hoger dan ooit. Rick van der Linden (Ekseption) levert op het album een gastbijdrage in het nummer May. De single Want You To Be Mine wordt verrassenderwijs zelfs een hit in Amerika. De band wordt ingrijpend gewijzigd: drummer Schouten stapt over naar Kaz Lux, terwijl Max Werner diens plaats inneemt. De broer van Ton, Peter Scherpenzeel (die al jaren bij de groep zit als bediener van het licht) neemt de bas over van Theo de Jong, die naar de formatie Taurus doorschuift. De nieuwe zanger is Edward Reekers, een langdurige fan van de groep. Ook wordt nog een dameskoor-tje toegevoegd, the Kayettes, bestaande uit Irene Linders (de vrouw van Ton Scherpenzeel) en Kathreen Lapthorn. De nieuwe bezetting markeert de evolutie van symfonische rock naar een meer AOR-getint geluid. Ton Scherpenzeel benut de tijd die overblijft voor zijn solo-LP Le Carnaval Des Animaux. Zijn echtgenote Irene Linders verzorgt in de periode 1978-1981 samen met de Britse vocaliste Katherine Lapthorne de achtergrondzang in Kayak. Daarna zet Linders haar beroep als journalist voort voor onder meer de Hitkrant, Toppop Yeah en TROS Mega Top 50. Op de achtergrond blijft ze actief in de band als co-auteur van songteksten.
1979
De veranderingen qua geluid leggen de groep geen windeieren. Het in januari verschijnende Phantom Of The Night groeit uit tot Kayaks commercieel meest succesvolle LP. De gelijknamige single doet weinig, maar Ruthless Queen wordt een knoeperd van een hit, zowel in eigen land als in Frankrijk, en ook in de USA doet het plaatje het heel aardig, evenals de langspeler zelf. Het Amerikaanse vakblad Record World roept Kayak uit tot meest veelbelovende band van 1979. Drummer Max Werner maakt als zanger de solo-LP Rainbow’s End.
1980
Het als single uitgebrachte thema van de succesvolle Nederlandse speelfilm Spetters levert de groep geen hit op. In februari verschijnt Periscope Life, de opvolger van het inmiddels met platina bekroonde Phantom Of The Night. De plaat stelt teleur – er wordt teveel voortgeborduurd op de succesformule en het materiaal is minder sterk. Fans van het eerste uur haken massaal af, maar de met Phantom Of The Night opgebouwde nieuwe doelgroep lijkt er niet mee te zitten en koopt massaal de nieuwe LP. Met Anne is er weer een bescheiden hit, maar de twee eveneens van het album gehaalde opvolgende singles brengen het niet verder dan een plaats in de tipparade. Edward Reekers maakt de soloplaat The Last Forest.
1981
Het conceptalbum Merlin, verkoopt weliswaar wat dan de twee voorgangers, maar nog altijd aanzienlijk. De single Seagull haalt de Top 40. Max Werner doet aan een ernstige vorm van plagiaat door Phil Collins’ wereldsucces In The Air Tonight vrijwel te kopiëren in zijn solosingle Rain In May. Het levert hem een dikke hit op, tot in Amerika toe. De bijbehorende langspeler Seasons verkoopt bijna net zo veel als Merlin. Eind van het jaar verschijnt van Kayak de live-LP Eyewitness.
1982
Eyewitness blijkt het afscheid van Kayak te zijn. De groep wordt opgedoekt als Edward Reekers met medeneming van de Kayettes de groep verlaat. Ton Scherpenzeel en Johan Slager beginnen de formatie Europe (niet te verwarren met de latere Zweedse naamgenoot), waarbij oude bekende Bert Veldkamp zich aansluit. Reekers en Werner concentreren zich op hun solocarrières.
1986
Gitarist/zanger Johan Slager vormt samen met zangeres Dorien Teeuwisse de formatie Plus Doreen. De groep is actief tot en met 1996 en brengt ondermeer de cd It’s Got To Be Love uit.
1990
Reekers zingt mee op de Nederlandse versie van Tom Parker’s The Commandments.
1999
Pim Koopman en Ton Scherpenzeel maken al enkele jaren samen demo’s als Kayak door De Kast wordt gevraagd mee te spelen bij De Vrienden van Amstel Live. Dit blijkt het duwtje in de rug dat de band nodig heeft om weer bij elkaar te komen.
2000
Kayak speelt het nummer Ruthless Queen tijdens het Gelredome concert van De Kast. Op 22 mei wordt het nieuwe album Close To The Fire gepresenteerd in Paradiso te Amsterdam. De band ontvangt de eerste exemplaren uit handen van cabaretier Youp van het Hek. Kayak bestaat nu uit Ton Scherpenzeel, Pim Koopman, Max Werner, Bart Veldkamp en Rob Winter (als vervanger van Johan Slager). Tijdens concerten wordt de band bijgestaan door Bert Heerink. Een deel van de opbrengst van de cd gaat naar Jeugdtheater hofplein. Scherpenzeel is lid van de artistieke staf van het in 1999 door brand verwoeste theater dat wordt herbouwd. De eerste concerten van Kayak worden afgelast vanwege ziekte van Max Werner. Max Werner verlaat nog tijdens de tour de heropgerichte band. Volgens eigen zeggen is hij uit de band gezet, volgens de band is het zijn eigen beslissing geweest. De beslissing zou in ieder geval te maken hebben met de gezondheid van de zanger. Werner wordt vervangen door Bert Heerink die al ter ondersteuning meetourde.
2001
In het voorjaar verschijnt een live-registratie op de cd Chance For A Live Time. De band gaat in de zomer weer de studio in voor het twaalfde album Night Vision. Eind oktober brengt Universal een dubbel-cd uit met de grootste hits van Kayak.
2002
In juli wordt oud-bassist Cees van Leeuwen Staatssecretaris van Cultuur in het kabinet Balkenende. Joost Vergoossen vervangt gitarist Rob Winter.
2003
Op 10 februari verschijnt het album Merlin – Bard of the Unseen. De plaat is het vervolg op de suite Merlin uit 1980. De groep heeft het werk nogmaals opgenomen en met een flink aantal nummers uitgebreid tot een volledige rockopera die wordt begeleid door een orkest en gezongen door drie vocalisten: Bert Heerink (Merlin), gitarist Rob Vunderink (Mordred) en gastzangeres Cindy Oudshoorn uit de First Show Band (in de rol van Morgan LeFay). Merlin is gebaseerd op de legendes rond de Engelse magiër Merlijn en Koning Arthur. Op het album combineert Kayak symfonische rock, Keltische elementen, moderne musical en klassieke muziek. Tegelijk met de release van de plaat start de band met een theatertournee. De concerten gaan vergezeld van videobeelden, dansers en speciale effecten. Bert Heerink is op 22 februari ingedeeld in de voorronde van het Nationale Songfestival. Op die datum wordt hij tijdens de theatershow van Kayak in de Kring te Roosendaal vervangen door oud-Kayakzanger Edward Reekers. Reekers fungeert bij drie voorstellingen van de Rockopera Merlin Bard of the Unseen als special guest. 20 augustus speelt Kayak de rockopera Merlin in de duinen bij het Zuid-Hollandse Ter Heijde tijdens het Trompfestival. De groep speelt dan met het North Sea Philharmonic Orchestra. Ongeveer 150 mensen zijn bij de uitvoering betrokken, waaronder Bobby Kimball, de leadzanger van de Amerikaanse rockband Toto. Toetsenist Ton Scherpenzeel gaat in oktober op tournee door Europa met de van oorsprong Britse groep Camel.
2005
Jan van Olffen neemt de basgitarist over van Bert Veldkamp. Kayak gaat op tournee met de rockopera Nostradamus : The Fate of Man. De première is op 29 april in Theater de Flint te Amersfoort. De rolverdeling is: Bert Heerink als Nostradamus, Syb van der Ploeg (Spanner) als de geleerde Jules-Cezar, Monique van der Ster (Jody’s Singers) als Catherina de Medici, Edward Reekers als Yves de Lessines, Cindy Oudshoorn (First Show Band) als Anne Ponsarde, Rob Vunderink als criticus en Marjolein Teepen (uit de musicalgroep Opus One) als de eerste vrouw van Nostradamus. Teepen zingt ook mee in het achtergrondkoor en is verantwoordelijk voor de choreografie.