Nadat de bariton Henk Poort zijn muzikale en vocale opleiding aan het Sweelinck conservatorium in zijn geboortestad Amsterdam had afgesloten stelde hij zich onder de hoede van de Italiaanse coach Ettore Campogagliani en de Nederlandse pedagoge Margreet Honig. Al tijdens zijn studie wist hij grote aandacht op zich te vestigen door het eerste Cristina Deutekom Concours te winnen.
Henk Poort zong in diverse operahuizen in Europa
waarbij hij in de loop der jaren een breed repertoire kon opbouwen. Engagementen in Ulm en Krefeld boden hem de gelegenheid te debuteren in Verdirollen zoals Macbeth, Rigoletto, Nabucco en Germont (Traviata); Escamillo in Carmen, André Thorel in Massenets Thérese en de titelrollen in Eugen Onegin en Rossini’s Guillaume TeIl volgden. Met een aantal operette-partijen kon hij zijn acteertalent optimaal ontwikkelen.
Naast de opera
kreeg ook het genre van de musical Henk Poorts grote interesse. Als Jean Valjean in Les Misérables en in de titelrol in The Phantom of the Opera – waarvoor regisseur Harold Prince hem het compliment gaf ‘de beste Phantom ter wereld’ te zijn – verwierf Henk Poort zich grote bekendheid bij een zeer breed publiek. Na zijn zeer succesvolle vertolking van de melkboer Tevje in Anatevka werd hij één van Nederlands populairste zangers; ook kreeg hij talrijke uitnodigingen van regisseurs als Camaron Mackintosch voor hoofdrollen in musicals in diverse Europese hoofdsteden.