Candy Dulfer boeken voor een evenement
De kosten voor een optreden van Candy Dulfer zijn op aanvraag. Neem contact met ons op voor meer informatie. We adviseren je graag over de mogelijkheden voor een boeking.
Wie is Candy Dulfer
Candy Dulfer maakt samen met haar vader Hans Dulfer en zijn band De Perikels in 1981 haar eerste plaatopnamen, die verschijnen op het album ‘I Didn’t Ask’. Als een van de jongste artiesten ooit staat ze op het North Sea Jazz Festival als bandlid bij de Amerikaanse saxofonist Rosa King.
In 1984 is Candy’s spel is te horen op het album ‘Too Busy’ van Rosa King. Op haar 14e richt ze de band Funky Stuff op. Ze levert gastbijdragen aan platen van Think Big, Rick Nolov, In America en Boom Boom Mancini.
Funky Stuff wordt in 1987 ontbonden om later dat jaar vervangen te worden door Candy Dulfer’s Funky Stuff. Een gastbijdrage van Candy is te horen op ‘L’Amour Qui Fait Boom,’ de eerste CD van de band Sjako!. De band toert uitgebreid door Europa en wordt door Madonna gevraagd om voor twee van haar optredens het voorprogramma te verzorgen.
Candy Dulfer speelt in 1988 mee op albums van Herman Brood (‘Hooks’) en Urban Heroes (‘Hot Piece Of Merchandise’). Samen met Dave Stewart (Eurythmics) schrijft ze het instrumentale ‘Lily Was Here’ voor de Nederlandse speelfilm ‘De Kassière’. De single wordt een internationale hit.
Tijdens het voorprogramma in Nederland van de Lovesexy-show van Prince maakt Candy Dulfer zoveel indruk dat hij haar vraagt een bijdrage te leveren aan zijn album ‘Graffiti Bridge’. Candy is daarna niet alleen te horen in de soundtrack die Prince maakt voor de film ‘Batman’, maar ook in de videoclip bij de single ‘Partyman’ (When I want sax I call Candy).
Naast bijdragen voor Prince speelt Candy Dulfer in 1990 ook mee op platen van Aretha Franklin (‘Everyday People’) en The Time (‘Pandemonium’). Candy’s eerste CD ‘Saxuality’ verkoopt wereldwijd meer dan een miljoen exemplaren. De plaat levert haar een nominatie op voor een Grammy in de categorie Best Adult Contemporary Album. Candy Dulfer krijgt voor het eerst de Exportprijs voor haar debuut.
Naast een uitgebreide tournee door Europa speelt Candy Dulfer mee op de single ‘Nobody Else’ van René Froger en het album ‘Hymns To The Silence’ van Van Morrison. De single ‘Lily Was Here’ wordt alsnog een hit in Engeland en de Verenigde Staten. Het internationale succes levert haar opnieuw de Exportprijs van Conamus op.
In 1992 speelt Candy Dulfer twee nummers mee op het album ‘Life On Planet Earth’ van haar inspiratiebron Maceo Parker. Het album ‘Saxuality’ wordt voor de prestigieuze Grammy Award genomineerd in de categorie Best Pop Instrumental Performance.
Voor de tweede maal doet Candy Dulfer mee op een album van Boom Boom Mancini. Op de CD ‘Empowered’ is ze te horen in de instrumentale afsluiter ‘Feedback Inferno’. Haar saxofoon is ook te horen op de B-kant van de single van de kort daarna overleden René Klijn. De muzikale vriendschap tussen Candy Dulfer en Van Morrison levert een tweede gastbijdrage op die te horen is op het album ‘Too Long In Exile’. Een jaar later is ze ook te horen op zijn album ‘A Night In San Francisco’. Candy’s gastoptreden tijdens het Knebworth Concert van Pink Floyd wordt op video vastgelegd.
Op haar tweede album ‘Sax-ago-go’ werkt ze samen met Tower of Power en Maceo Parker. De plaat bevat naast composities van Ulco Bed en Candy Dulfer zelf ook een coverversie van ‘Pick Up The Pieces’ en het nummer ‘Sunday Afternoon’, dat speciaal voor Candy is geschreven door Prince, die inmiddels ook met Loïs Lane heeft samengewerkt. Het succes van het album levert Candy Dulfer de Exportprijs op.
In 1994 neemt Hans Dulfer na lange tijd stilte een nieuwe plaat op. Zijn dochter is in twee nummers te horen. Candy heeft ook een gastbijdrage op het album ‘Nice To Meet Ya’ van Sandy Kandau, die in dat jaar gastzangeres is tijdens de shows van René Froger.
De titel van Candy’s derde album ‘Big Girl’ uit 1995 verwijst naar de titel van haar vader’s plaat ‘Big Boy’. Hans Dulfer speelt mee in het titelnummer, daarnaast gaat ze in de single ‘Wake Me When It’s Over’ een duet aan met de Amerikaanse saxofonist en haar muzikale held David Sanborn. Candy Dulfer speelt mee in de nummers ‘Nobody Else’ en ‘Bakerstreet’ op het album ‘Live In Concert’ van René Froger.
In 1996 maakt Candy Dulfer een uitgebreide en succesvolle tournee en levert bijdragen aan platen van Herman Brood (het jubileumalbum ’50 The Soundtrack’), D’Wys (‘O’Beat’), Hips (‘Hips’ First’), Hans Dulfer (‘Dig!’) en Total Touch. Zangeres Trijntje Oosterhuis van Total Touch maakte ooit deel uit van Funky Stuff.
In haar eigen studio neemt Candy Dulfer in 1997 samen met producer en vriend Thomas Bank het album ‘For The Love Of You’ op. De plaat biedt een combinatie van jazzdance en softe R&B. Naast eigen composities staan er ook covers op van The Isley Brothers en Chaka Khan. Net als in de voorafgaande jaren speelt Candy Dulfer op het North Sea Jazz Festival.
Samen met onder meer Trijntje Oosterhuis (Total Touch), DJ Frankie D en tapdancer Peter Kuit reist Candy Dulfer in 1999 door Europa onder de noemer ‘Candy’s Dance Extravaganza’. Het album ‘Girls Night Out’ verschijnt, met als bonustrack het nummer ‘Cookie’. Dit is opnieuw een samenwerking met Dave Stewart en bedoeld voor de soundtrack van de film ‘Cookie’s Fortune’. In Nederland treed Candy Dulfer op als gast bij twee concerten van Van Morrison.
In 2000 treden Candy Dulfer & Funky Stuff op door het hele land. Ze zijn ook te zien op het North Sea Jazz Festival in Den Haag. Tijdens een Marlboro Flashback stort Candy zich met haar band op seventies funk. Van het optreden in Paradiso worden TV-opnamen gemaakt, die uitgezonden worden op oudejaarsavond.
Begin 2001 verschijnt het album ‘Live In Amsterdam’. De CD bevat gastbijdragen van Dave Stewart, Angie Stone en pa Dulfer. Wegens langdurige ziekte moet Candy Dulfer rust nemen en enkele optredens afzeggen. Ook een tournee door Japan wordt uitgesteld. Begin december neemt Candy samen met Prince nummers op voor zijn nieuwe album. Eind december is ze speciale gast tijdens de optredens van Van Morrison in Wenen.
Candy Dulfer gaat in 2002 met Prince op tournee langs Amerikaanse jazzclubs en theaters. Daarna volgt een tournee met Funky Stuff door Nederland, Duitsland, Zwitserland, Frankrijk en Oostenrijk. ‘Dulfer/Dulfer’, het allereerste duo-album van Hans en Candy Dulfer, wordt wereldwijd uitgebracht.
In 2003 is Candy Dulfer te horen op het eerste live-album van Prince, ‘One Nite Alone’. Ze speelt solo’s op nummers als ‘Extraordinary’, ‘Everlasting Now’ en ‘Nothing compares 2 U’, en maakt deel uit van de blazerssectie met Maceo Parker en Greg Boyer.
Candy’s album ‘Right In My Soul’ is meer gericht op vocalen. Ze neemt de zangpartijen zelf voor haar rekening. Het nummer ‘Finsbury Park, Cafe 67’ bereikt in oktober de eerste plaats in de Amerikaanse R&R Smooth Jazz Chart in de VS.
Tijdens de uitreiking van de Grammy Awards 2004 vormt Candy Dulfer samen met Maceo Parker en Greg Boyer de blazerssectie tijdens het optreden van Prince en Beyoncé. Als Prince wordt opgenomen in de Rock & Roll Hall of Fame speelt Candy Dulfer mee tijdens de feestelijke ceremonie in het Waldorf-Astoria Hotel te New York. Haar bijdragen zijn ook te horen op zijn album ‘Musicology’.
In 2005 speelt Candy Dulfer mee tijdens een van de twee concerten die Van Morrison geeft in Vredenburg. Ze is als saxofonist en zangeres te horen op het album ‘School’s In!’ van Maceo Parker. Haar eigen album ‘Live At Montreux 2002’ bevat een live registratie van een van de vele concerten die Candy Dulfer tijdens dat festival heeft gedaan.
Candy Dulfer treedt in 2006 samen met Extince driemaal op als het Dommelsch Dubbel Dutch Duo, waarbij ze een eigen interpretatie van bekende Engelse nummers spelen die zijn vertaald in het Nederlands. Tijdens haar Amerikaanse optredens wordt Candy Dulfer terzijde gestaan door toetsenist Jason Miles, toetsenist/zanger Chance Howard, bassist/zangeres Rhonda Smith, drummer/zanger Josh Dion en gitarist Michael Ripoll.
Bij de NPS presenteert Candy Dulfer het programma ‘Candy Meets…’, waarin ze op bezoek gaat bij internationale muzikanten zoals Jamie Cullum en Chaka Khan.